Sportschool Westerkoog, projectplaats van de Raad voor de Kinderbescherming.
Als coördinator taakstraffen in Amsterdam heb ik er sinds eind 2014 de Zaanstreek als werkgebied bijgekregen. Lang verhaal kort: een jongere (jongen/meisje) die zich in de leeftijd van 12 tot 18 jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit, kan passend gestraft worden middels (onder meer) een werkstraf. De lengte van zo’n werkstraf varieert tussen de 10 en 200 uur.
Strafbare feiten lopen uiteen van schoolverzuim, diefstal, heling, mishandeling en straatroof. De taakstraf kan gecombineerd zijn met bijvoorbeeld jeugddetentie, avondklok, boete, schadevergoeding en verplichte contacten met de jeugdreclassering.
Het is in het belang dat een jongere zijn/haar taakstraf uitvoert op een plek (projectplaats) die passend is en waarbij er ook een bepaald leermoment aanwezig is. Acht uur per dag zand scheppen is weliswaar een straf, maar weinig nuttig.
Op zoek naar instellingen en bedrijven waar ik jongeren hun werkstraf zou kunnen laten uitvoeren kwam ik eind 2014 terecht bij Sensei Hans van Sportschool Westerkoog: recht door zee, duidelijke visie en betrouwbaar in gemaakte afspraken.
Bij Westerkoogsport heb ik tot nu toe een 10 jongeren met een taakstraf geplaatst. De karakters van deze jongeren liep nogal uiteen. Maar een gemene deler was dat het geen lieverdjes zijn, aanschoppen tegen autoriteit en niet betrouwbaar zijn in het nakomen van afspraken. De benadering van Sensei Hans is van een ander kaliber. Er heerst en duidelijk structuur, er zijn sluitende werkafspraken en de gezagsverhoudingen zijn overduidelijk.
De werkzaamheden zijn simpel: ondersteunen van de sportlessen en na afloop van de lessen stofzuigen en de spiegels schoonmaken.
Zo lijkt Westerkoogsport zich niet echt te onderscheiden van andere projectplaatsen. Maar dat onderscheid is er wel degelijk, want die zit in het feit dat de jongeren slechts 6 of 8 uur taakstraffen per week kunnen doen, verdeeld over 2 of 3 sportblokken. Soms zijn jongeren 4 tot 6 maanden bezig met hun taakstraf. Dat heeft een beklijvend effect.
De meerwaarde van taakstraf doen bij Sensei Hans zit verder opgesloten in het beloningssysteem van Sensei Hans. Goede inzet, altijd op tijd komen (afzeggen is not done, ook niet als je een beetje ziek bent) en betrouwbaar zijn in wat je doet, levert op dat je tijdens de sportlessen steeds meer verantwoordelijkheid krijgt. Zo kunnen de meeste jongeren op het einde van hun taakstraf zelfstandig een sportles verzorgen.
Maar er is meer. Er is een sterke discipline binnen de sportschool, waar het de meeste van ‘mijn jongeren’ aan ontbreekt. Sensei Hans dwingt die discipline af. En daarbij heerst er een sterk moraal binnen de sportschool: Je gedraagt je niet alleen binnen de ‘dojo’ , maar ook daarbuiten. Sensei Hans stopt zijn afkeuring over deviant (crimineel) gedrag niet onder stoelen of banken. Hij geeft iedere leerling de boodschap mee dat zij zich binnen en buiten de dojo moeten gedragen. Zo niet, dan heeft de leerling een probleem.
Zie het als een vorm van externe gewetensvorming. ‘Mijn jongeren’ zijn daar gevoelig voor. En wellicht dat het hen weerhoudt om zich nog een keer schuldig te maken aan criminele activiteit. Als dat het geval is, hebben we veel gewonnen.
Tenslotte: er zijn inmiddels meerdere jongeren die na hun taakstraf blijven sporten in de sportschool en daarmee een verminderde kans hebben op recidive.
Menno Lammertsma
Coordinator Taakstraffen
Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam
< terug naar alle berichten