Blog: De andere wang toekeren

< terug naar alle berichten

Over hoe lang het geleden is dat ik iets heb geschreven over Westerkoog Sport ga ik niet eens beginnen. Dat het te lang geleden was wil ik zeker wel toegeven.

Dat het te lang geleden was dat ik in de ring heb gestaan voor een stevige sparringspartij ga ik ook toegeven. Het weinig present zijn bij trainingen en de tellende jaren spelen mee, maar zijn zeker geen excuus. Mijn beslissing om te gaan trainen, mijn beslissing om in de ring te gaan staan.
Dit zijn de momenten die tellen voor twee. De jaren tellen, zo ook tellen de jaren van ervaring.
Het is dan ook weer zo dat de jaren van ervaring mij op de been houden. Zeker tijdens de training en zeker in de ring. En zeker wanneer ik, zoals vandaag, de oudste in de ring ben.

Ik maak mij geen illusies. Marc en Koen overklassen mij in kracht, uithoudingsvermogen en jeugdigheid. Ik houd mijzelf graag voor dat ik nog steeds een waardige tegenstander ben. Nog steeds snel genoeg, nog steeds slinks genoeg om tegenstand te bieden. Ergens zie ik ook wel dat er een hoop respect bij komt kijken. Dat maakt ook niet uit. Het is geweldig om te zien hoe jonge mannen doorgroeien naar jonge kerels.

Kan ik het nog?
Ik geloof van wel. Ik denk dat ik ergens toch nog net onvoorspelbaar genoeg ben, of in elk geval het feit dat ik eventueel onvoorspelbaar kan zijn, waardoor niet iedereen als een wilde mij omver loopt. En als dat niet zo is, laat mij dan in die waan. Ik sta in de ring en doe mijn ding. En wanneer er dan geheel onverwachts de rechtervoet van Koen de weg naar mijn linkerwang vindt, dan is dat niet erg.
Tot zoverre, het is een domme fout van mij. Dekking te laag, te zelfverzekerd en dan BAM.
Da’s klote. Maar wel een mooi punt van Koen. Of op dat moment Koenen. Want heel even stonden er twee Koenen in de ring. Er zullen mensen zijn die het niet snappen. Maar op zo een moment heb ik niets dan respect voor zo een jongen of ik moet eigen zeggen, jonge kerel.

Nogmaals het is fantastisch om te zien welke groei deze kerels doormaken. Wanneer ik in de hoek wordt gezet door Mark, geen kant meer op kan en alleen maar mijn rechter flank kan beschermen (Mark is links, dus zijn sterkste kant, dus dichtgooien de hap), dan doet dat even zeer. Maar het vult mij met trots om met deze kerels in de ring te mogen staan. Kleine mannen waren het toen ze begonnen. En nu is het hun tijd.

Conclusie, het is niet erg om een keer een klap te krijgen. Na zo een klap sta je weer even met beide benen op de grond.

Op zo een moment kan ik natuurlijk altijd gewoon de andere wang nog toekeren. Gewoon uit respect…

…JA DUS NIET. AAN ME HOELA. Kom maar op, ik ga door tot het rood ziet.
Ik heb in ieder geval die intentie of het nu gaat lukken of niet.

En Rick, bedankt voor weer een geweldige training!

Respect kerels,

USH



< terug naar alle berichten