Blog: Een uitwedstrijd

< terug naar alle berichten

Veel te vroeg draaien we een bedrijventerrein op in Rotterdam-Zuid. Het is zaterdagochtend, de zon blijkt vrij te hebben en ik wrijf de slaap uit mijn ogen. In een voormalige garage van een grote autodealer zit de sportschool van dienst.

‘Kom dan een keer bij mij trainen’, had mijn neef al een paar maal gezegd. Je kent het wel, vrienden en bekenden die op feestjes roepen dat ze samen met jou aan de bak willen, maar die nooit de laatste stap zetten. Ik beschouw het altijd maar als een eer, alleen moeten ze niet gek staan kijken als ik ook echt kom. Dus spijbel ik vandaag bij Westerkoog Sport en loop over betegelde trappen langs wedstrijdfoto’s en aankondigingsposters die een voorbije glorie verraden. Levensgrote vechters van naam kijken me indringend aan; geen grapjes Ginkeltje.

Oosterbaan Gym is het domein van voormalig kickbokskampioen Jan Oosterbaan. Het is een enorm pand waar de geur van olie en benzine is verdwenen, maar waar op dit vroege tijdstip nog geen zweet valt te ruiken. In de huiskamer, bij de ontvangstbalie, zitten verweerde koppen met strakke lijven zich voor te bereiden op de fitnessruimte. ‘Tough is not enough’ luidt het motto van Oosterbaan en daarvoor heeft hij zoals gezegd de ruimte, een sfeervolle ruimte.

Bokszaktraining heet hier Thai-Tuff en de Rick of Levi van deze ochtend blijkt de zoon van de sensei te zijn. Hij laat er geen gras over groeien. Hij komt binnen, groet en begint met de warming-up voor het bonte gezelschap dat is binnengedruppeld. Van alles zit hier door elkaar: tieners, koppeltjes mannen en vrouwen, strak gespierde tattoo-boys, kletsdames en jongens in shirtjes van de club die eens in de 18 jaar kampioen wordt.

De training kent een hoog tempo. Stoten en trappen op de bokszak, een burpy tussendoor of springen met de knieën naar de borst. Buikspieroefeningen en hup weer verder op de bokszak. Ondertussen nemen de kwekdames de voorbije week nog even door. De sfeer is gemoedelijk, de onderlinge verschillen soms fors en je moet goed opletten om te weten wat je moet doen. In de zaal liggen schone dweilen klaar om het gelekte vocht op te vegen. Keurig netjes, maar ik mis de persoonlijke aanpak en de humor die op het thuishonk heerst. Ook mis ik mijn sensei die je corrigeert of adviseert hoe je het beter kunt doen, zodat het misschien ooit ergens op gaat lijken.

Als wij na afloop van de training het zweet staan af te wissen en een slokje drinken komt de sensei langs. Hij groet ons en zegt dat we goed hebben getraind. Dat is wel weer heel sympathiek. Door het raam zien we in de naastgelegen fitnessruimte de verweerde koppen werken aan hun lichaam dat ze nauwkeurig gadeslaan in de spiegel. Een verdieping lager geeft de oud-kampioen in de grote zaal les aan een groep kickboksers. Boven hun hoofd hangen rijen met oude bokshandschoenen en aan de wand hangen de bewijzen van een sportcarrière. Hier wordt niet getraind voor een mooi lijf of een paar kilootjes minder, hier zijn vechtsporters aan het werk. Mijn neef en ik keren tevreden terug naar de bewoonde wereld voor een broodje en een lekkere douche.

Ush
Arjen van Ginkel



< terug naar alle berichten